De invloed van de coronacrisis op het huurrecht: huurders in nood

Het coronavirus raast al ruim een jaar lang over de wereld. De impact hiervan is ook in het huurrecht zichtbaar. Denk bijvoorbeeld aan een huurder die door zijn werkgever is ontslagen, en daardoor zijn maandelijkse huur niet meer kan betalen. Of een ondernemer wiens bedrijf op last van de overheid gesloten is, geen omzet meer heeft en ook niet meer aan zijn huurverplichtingen kan voldoen. Dit zijn natuurlijk erge vervelende bijkomstigheden.

Hoofdregel: niet betalen = ontruiming!

In principe is een huurachterstand van minimaal drie maanden of meer voldoende voor de rechter om een huurovereenkomst te ontbinden en aan de verhuurder toestemming te geven om de woon- en of bedrijfsruimte te laten ontruimen. Deze hoofdregel gaat niet altijd op. Als sprake is van bijzondere omstandigheden dan kan de belangenafweging in het voordeel van de huurder uitvallen.

Speciale regels tijdens de coronacrisis

Onder normale omstandigheden wordt van een huurder verwacht dat hij aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Door de coronacrisis kan echter niet meer worden gesproken van normale omstandigheden. Inmiddels is al meerdere keren aan de rechter de vraag voorgelegd wie de kosten van de coronacrisis moet dragen: de huurder of de verhuurder? De rechter heeft al in een aantal zaken bepaald dat de gevolgen en de pijn van de coronacrisis gelijkelijk over partijen moet worden verdeeld.

Woonruimte
Eén van de voorbeelden dat de gevolgen van de coronacrisis gelijkelijk moet worden verdeeld is dat het Ministerie van Milieu en Wonen vorig jaar heeft bepaald dat huurders van woonruimte die gedurende de coronacrisis hun huur niet meer kunnen betalen, niet uit hun woning mogen worden gezet. Deze afspraak geldt natuurlijk niet als sprake is van hele andere redenen (bijvoorbeeld een hennepkwekerij of ernstige overlast).

Daarnaast is de Tweede Kamer van mening dat de huren van sociale huurwoningen (met een huur tot € 752,33) dit jaar moeten worden bevroren. Dit betekent dat er in juli geen jaarlijkse huurverhoging mag worden doorgevoerd. Voor huurwoningen in de vrije sector zal naar alle waarschijnlijkheid worden bepaald dat de huurstijging beperkt moet blijven tot de inflatie plus een stijging van maximaal 1%.

Bedrijfsruimte
Voor bedrijfsruimtes gelden andere regels. De huurder van een bedrijfsruimte kan zich op het standpunt stellen dat hij huurkorting wil, omdat de coronacrisis, de overheidsmaatregelen en de lockdowns zijn aan te merken als onvoorziene omstandigheden, die maken dat niet van hem verwacht mag worden dat hij elke maand de volledige huur blijft doorbetalen. De rechter heeft inmiddels al meerdere keren een beroep van de huurder op onvoorziene omstandigheden gehonoreerd en een huurkorting toegewezen. Over het algemeen zijn rechters wel zeer terughoudend. Omzetverlies is natuurlijk erg belangrijk, maar is niet de enige factor waarmee rekening moet worden gehouden. Het is daarom erg belangrijk om goed juridisch advies in te winnen.

Vragen?

Als u als huurder onverhoopt ook hard wordt getroffen door de gevolgen van de coronacrisis, dan denken wij graag met u mee om te kijken of de gevolgen zoveel mogelijk voor u verzacht kunnen worden. Onze advocaten hebben de recente rechtspraak goed bestudeerd en weten wat ervoor nodig is om een goed gemotiveerd beroep te doen op huurkorting.

Ook als u een verhuurder bent, die door zijn huurder wordt geconfronteerd met de vraag of hij huurkorting kan krijgen, dan geven wij u hierover graag advies. De eerste afspraak is altijd gratis en vrijblijvend.

Mr. J. Schonenberg-Zwanenburg staat als huurrecht-deskundige ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand. Dit betekent dat zij u, als uw inkomen ontoereikend is, ook op basis van toevoeging (gesubsidieerde rechtsbijstand) kan helpen. In dat geval betaalt de overheid een groot gedeelte van de advocaatkosten.